Donderdag 25 en vrijdag 26 december, op Eerste en Tweede Kerstdag zijn onze kantoren gesloten.
Een goede keuze
Ans en Hans woonden jarenlang in een huis aan de rand van Ravenstein. Groot, met een tuin en veel ruimte: “alles wat je opbouwt in bijna veertig jaar tijd.” Toen het nieuwe appartementencomplex aan de Kasteelseplaats in Ravenstein werd gebouwd, opperde Hans dat het misschien iets voor hen was. Ans was niet gelijk enthousiast: “Ik riep meteen: nee hoor, ik wil mijn huis niet kwijt! We hadden een fijn plekje, dat laat je niet zomaar achter.”
In het begin miste ik het tuinieren en het klussen. Maar nu geniet ik van het gemak.
Toch begon ze langzaam aan het idee te wennen. “We waren allebei nog vitaal, dat is juist een goed moment om te verhuizen,” vertelt ze. Ze besloten ervoor te gaan. Met succes: toen het stel een ruim appartement kreeg toegewezen, voelde dat direct goed.
“Ik miste het tuinieren en klussen in het begin, maar nu geniet ik van het gemak,” zegt Ans. Hans vult aan: “Je hoeft niet meer te schilderen of te sjouwen. En als er iets kapot is, bel je gewoon BrabantWonen. Dat geeft rust.”
Altijd Ravenstein
Ans is Ravenstein in hart en nieren. “Ik heb altijd in Ravenstein gewoond. Op de plek waar ik nu woon, stond vroeger mijn school. Waar ik ooit in groep 6 zat, staat nu mijn bed!” lacht ze. “Mensen kennen me hier nog bij mijn meisjesnaam – dat zegt genoeg.” Die verbondenheid met het dorp was voor haar een belangrijke reden om juist hier te blijven wonen. “Ravenstein is klein, maar we hebben alles. En vooral: we hebben elkaar.”
Vriendinnen dichtbij
Een groot geluk voor Ans is dat haar oude vriendin Nelly tegenwoordig in hetzelfde gebouw woont. “We waren vroeger buurmeisjes. Toen ze weduwe werd, zei ik: probeer ook hier te komen wonen. En dat is gelukt! Nu doen we alles samen. Fietsen, winkelen, een dagje weg. Mensen denken vaak dat we zusjes zijn.”
Nelly vult aan: “We kunnen lachen, maar ook praten over serieuze dingen. En als een van ons even een mindere dag heeft, dan is de ander er. Dat is goud waard.”
Ook met de andere bewoners klikt het goed. “Er is veel saamhorigheid,” vertelt Ans. “Laatst stond er ineens een buurvrouw met bloemen aan de deur. Ze zei: ‘Je doet altijd zoveel voor anderen, ik wilde je even verwennen.’ Nou, dan smelt ik hoor. Zo lief.”
Bezig blijven
Stilzitten is niets voor Ans. “Zolang ik bezig kan zijn, voel ik me goed.” Ze doet vrijwilligerswerk bij het toeristisch centrum en organiseert regelmatig activiteiten in het gebouw. “We hebben een fijne gemeenschappelijke ruimte. Ik heb er al eens een kookclubje gehad – zeven mensen aan tafel, drie gangen, alles zelf bedacht en gemaakt. Dat was zó gezellig. Ik denk erover om het weer op te pakken, maar dan iets kleiner, met hapjes of amuses.”
Als iemand hulp nodig heeft, dan staan we klaar.
Hans helpt met kleine klusjes in het complex: lampjes vervangen, plantenbakken verzorgen. “Als de bladblazer stuk is, regel ik een nieuwe,” vertelt hij. “En als er geld tekort is in de pot, overleg ik met de bewoners. Iedereen denkt mee. Dat vind ik mooi aan dit gebouw: we doen het samen.”
Omzien naar elkaar
Wat Ans het meest waardeert, is de onderlinge betrokkenheid. “Het is fijn om te weten dat er mensen zijn die even aan je denken. En als iemand hulp nodig heeft, dan staan we klaar.”
Terugkijkend op de afgelopen tien jaar is Ans blij dat ze verhuisd is naar een huurappartement. “Het was een grote stap, maar wel de juiste. Ik voel me hier thuis!”